Soms komen er kansen op je pad die heel leuk zijn, maar ook spannend. Zo mocht ik op vrijdag 23 februari lesgeven aan leerlingen van groep 7 en 8. De les zou gaan over kunst en technologie.

Heel leuk natuurlijk, maar hoe pak je dat aan als je dat als dat nog nooit hebt gedaan? In dit artikel ga ik in op die vraag en deel ik een aantal tips die iedere workshop, ongeacht de doelgroep, ten goede komen.


Achtergrond

Deze kans kwam op mijn pad dankzij de inspiratiedag kunst als inspiratie voor (cultuur)onderwijs. Kunstloc Brabant tipte me het evenement en ik ging er naartoe. Ik geef zo nu en dan data workshops aan volwassenen (ICT studenten, data professionals en ondernemers), maar had niet eerder gedacht aan het basis- of voortgezet onderwijs.

Daar kwam door deze dag verandering in.

Tijdens het evenement sprak ik met San Vermaas en ik vertelde haar iets over mijn datakunst project en bijbehorende workshop. Dat bleef denk ik hangen, want een paar maanden later vroeg ze me of ik eens les wilde geven aan leerlingen van groep 7 en 8.

Vet! Dacht ik. Maar maar niet veel later ook: hoe ga ik dat doen?!


De basis

Ik wilde de workshop baseren op mijn datakunst workshop. Als ik deze workshop aan volwassenen geef, dan behandel ik allerlei facetten van het werken met data:

  • AI & Machine Learning
  • Automatisering
  • Data-analyse
  • Data engineering
  • Datavisualisatie & -kunst

De versie voor de basisschool leerlingen mocht zo’n 25 minuten duren. Daar kan ik normaal wel een verhaal in kwijt, maar deze doelgroep bracht een nieuw uitdaging: wat doe ik met al dat vakjargon?

Ik besloot een concept op te zetten en met mensen te gaan praten over het idee. En dit laatste deed wonderen.


1: Focus, focus, focus

De eerste persoon die ik sprak was Marieke Schulte. Marieke geeft les over datawijsheid aan allerlei doelgroepen én een daarvan is de basisschoolleerling. Een van de doelen is om de Nederlandse samenleving meer datawijsheid mee te geven. Ik wist direct dat ik haar over mijn les moest spreken.

Marieke deelde hoe ze haar les had opgezet en gaf aan dat kinderen focus nodig hebben. Probeer bij voorkeur één boodschap over te brengen en ben consistent in je taalgebruik. Een voorbeeld: modellen, algoritmes, machine learning en AI gebruik je bij volwassen door elkaar heen (al zijn ze niet 1 op 1 hetzelfde). Maar doe je dat bij kinderen, dan raak je ze kwijt.

Denk dus goed na over je boodschap én versimpel het vakjargon dat je daarbij gaat gebruiken.

Hier ontstond het idee voor de boodschap van mijn les: hoe computers soms, maar niet altijd, iets makkelijker kunnen tekenen dan jij dat kan.


2: Blijf jezelf

De tweede persoon die ik sprak was Mijke Ellen van der Zee, coördinator bij Fontys ICT voor de richting Creative Technology. Aan deze groep studenten geef ik periodiek mijn datakunst workshop. Ze is dus bekend met de inhoud van de bestaande workshop.

Voordat ik Mijke sprak, was ik zoekende. Ik dacht na over hoe ik mijn workshop naar basisschoolvakken kon vertalen en liep vast. En toen sprak ik Mijke. Die drukte me op het hart dat het belangrijk is om jezelf te blijven. De leerlingen zijn tijdens de workshop niet op school maar ergens anders, probeer dat te gebruiken.

Na dit gesprek bracht ik de inhoud van de workshop weer dichterbij mijn oorspronkelijke idee: mijn datakunst workshop (maar met heel wat minder jargon).

Het idee voor de titel ontstond hier: t-shirts tekenen met code.


3: Interactie

Ik had de feedback van Marieke en Mijke verwerkt, maar voelde me toch wat onzeker over de inhoud. Ik had namelijk nog nooit met basisschoolleerlingen gewerkt. Ik vroeg de eerdergenoemde organisatie Kunstloc om advies. Zij tipte om eens met San Vermaas te praten (de vrouw waardoor ik deze kans überhaupt kreeg). Dat kwam mooi uit.

San gaf me twee tips:

  • Verwerk er véél interactie in, zo blijven de kinderen betrokken.
  • Zorg dat de leerlingen iets mee naar huis kunnen nemen. Dat vinden ze altijd leuk.

Wederom feedback waar ik iets mee kon.

Zo kwam de datavisualisatie waarmee ik zou werken (een assenkruis/scatter plot) fysiek op de vloer terecht met behulp van schilderstape en grote, geplastificeerde, emoji’s. En bij deze korte workshop gingen de kinderen op z’n minst met wat data-gedreven tekeningen naar huis.


4: Iteraties

Ik had het geluk om de workshop direct twee keer aan verschillende klassen te mogen geven.

De eerste keer merkte ik een opvallend verschil met een volwassen publiek: waar volwassenen aan het werk gaat als je dat duidelijk aangeeft, gaan kinderen aan de slag als ze ook maar 1% het idee krijgen dat dat kan.

Note to self: wil ik leerlingen iets uitleggen? Geef dit dan duidelijk aan, houd ze nog even tegen, en zet ze dan aan het werk!

Zo hield ik de tweede keer iets meer grip op de groep.


Het resultaat

De uiteindelijk had mijn kunst & technologie les een duidelijk doel: leerlingen laten ervaren dat een computer (en code) soms, maar niet altijd, iets makkelijker kan tekenen dan jij.

Die hele workshop past in mijn rugzak:

Lesgeven over kunst en technologie o.b.v. data . Heel leuk, maar hoe doe je dat als je doelgroep je vak net kent?

Stiekem kwam mijn vakjargon wel aan bod: data-analyse, machine learning, datavisualisatie en datakunst. Die woorden werden alleen niet gesproken, maar ervaren!

En het niet onbelangrijk: het was leuk!


Bonus highlight

Na een van de workshops kwam een leerling naar mij toe met de vraag:

Welke programmeertaal gebruikt u dan? En is die gratis?

Python, zei ik. En ja, die gratis. Wel wat moeilijk om zo 1-2-3 mee te starten.

Wilt u dat opschrijven?

Natuurlijk. P-Y-T-H-O-N.

Oh Python!

Ja, net als de achtbaan in de Efteling.


T-Shirts tekenen met code

De uiteindelijk workshop heet t-shirts tekenen met code en laat leerlingen data-gedreven tekeningen maken én leert ze dat computers soms iets makkelijker kunnen dan mensen.

Met dank aan San weet ik nu ook het vakoverstijgend is: het raakt taal, rekenen, tekenen én mediawijsheid.

Er is inmiddels een langere versie van de workshop in de maak. Hierin ik help ik de leerlingen om met de computer data-gedreven kunst te maken en drukken we het werk daarna op een t-shirt.

Wordt vervolgd…

😁