In de Avondshow met Arjen Lubach op 20 september, zat een item over pomppopulisme. Dit item gaat over het plan van het kabinet om de accijns op benzineprijzen toch niet terug te brengen.
Een plan dat de overheid ca. 1.2 miljard euro kost en de burger geld bespaart. In het item staat Arjen stil bij de verdeling van dit bedrag. Bij welke burgers komt dit terecht?
De cijfers in zijn verhaal duidelijk, maar met alleen tekst en het gesproken woord is het lastig om de scheve verhouding echt zichtbaar te maken. Daarom verken ik in dit artikel twee datavisualisaties die bijdragen bij zijn punt.
Het punt van Lubach
We beginnen met het verhaal. Hieronder vat ik het punt samen in mijn eigen woorden:
Door de accijns op brandstof niet terug te brengen, houden burgers meer geld over. Dit gaat in totaal om een besparing van 1,2 miljard euro. Van deze besparing komt 60% bij de rijkste 30% van de bevolking uit en 11% bij de armste 30%.
Je hoeft geen Einstein te zijn om te zien dat de verhoudingen scheef zijn.
Maar hoe scheef zijn ze?
Visualisatie 1: de verhoudingen
De eerste datavisualisatie zet de twee verhoudingen tegen elkaar af. Hoe verhouden de drie groepen (rijk, midden en arm) zich in relatie tot de bevolkingsverdeling en de besparing van 1,2 miljard?
Je ziet hierin heel duidelijk terug dat de verdelingen scheef zijn. De maatregel levert niet iedereen hetzelfde op.
Visualisatie 2: relatieve verdeling
Er zit een duidelijk verhaal in deze data.
Wanneer iedereen evenveel baat heeft bij de maatregel, zou de verdeling eerlijk zijn: 30% van de bevolking ontvangt 30% van de besparing. De verhouding (30/30) is dan gelijk aan 1 en het relatieve voordeel van iedere groep is 0%.
Met andere woorden: iedere groep (rijk, midden of arm) krijgt een even groot deel van euro’s die voortkomen uit de besparing. Echter, we zien in bovenstaande visualisatie dat dit niet het geval is.
Door de verhouding voor iedere groep uit te rekenen kunnen we het relatieve voor- of nadeel per groep onder aandacht brengen:
Het niet terugbrengen van de brandstofaccijns levert iedereen weliswaar wat op, maar je ziet nu duidelijk terug dat het voor zowel de middeninkomens als de armere in de samenleving een relatief slechte deal is. Terwijl, zoals Arjen aangeeft, juist deze groepen meer baat hebben bij een besparing.