Jaren terug last ik een boek over data-analyse. Naast een aantal handige tips over hoe je data succesvol in kan zetten, verwees het naar verschillende onderzoeken over het gebruik van data.

Van een zo’n onderzoek schrok ik een beetje:

Currently only 0.5 percent of all data is ever analyzed and used (link)


Een datavisualisatie over weinig data

Dit kleine cijfer – een half procent – leek me een interessant getal om te visualiseren. Hoe klein is een half procent? Hoe ziet dat kleine getal er visueel uit?

Dat is schrikbarend weinig.


Waarom minder data goed voor je is

Er zijn een aantal redenen waarom je er goed aan doet minder data vast te leggen.

Minder (zinloze) data levert geld op

Elk datapunt bestaat uit een stukje techniek. Die techniek legt de meting vast als data. Techniek kan kapot gaan en als dat gebeurt, moet je het maken. Veel datapunten betekent dus veel onderhoud. Het kost je tijd & geld. Ook als je de data niet gebruikt.

Minder data is goed voor de wereld

Al die zinloze opslag kost energie. Onnodig veel energie. Stel je voor dat heel de wereld 99,5% minder data zou opslaan? Dat zou nogal wat energieverbruik besparen.

Zinloze data komt door gebrek aan visie

Omdat data vastleggen goedkoop is, neigen organisaties er veel van vast te leggen. Als ze nu niet nuttig zijn, worden ze dat later vast wel. Als je goed in kaart brengt welke data je nodig hebt én hoe die waarde opleveren, hoef je niet toe te geven aan deze voor-het-geval-dat-drang.


Nieuwsgierig?

Het boek waar dit feitje uitkomt heet Competing on Analytics: The New Science of Winning. Het boek beschrijft hoe bedrijven data-analyse inzetten om concurrent voor te blijven. Editie twee stamt uit 2017 en is nog altijd actueel.

Wil je succesvol met data werken? Haal het boek in huis, zet een bakje koffie en ga het lezen.